pronoungebruik

Pronoungebruik is een term die in sommige Nederlandse linguistische bronnen wordt gebruikt om het gebruik van voornaamwoorden en andere verwijzende vormen in een taal te beschrijven. Het gaat over hoe voornaamwoorden referentie bepalen, hoe ze verwant zijn aan de antecedenten en hoe ze grammaticale functies zoals onderwerp, lijdend voorwerp en bezit uitdrukken. In bredere zin omvat pronoungebruik ook keuzes die relateerden aan gender en identiteit.

Hoewel de standaardterm in het Nederlands meestal voornaamwoordgebruik of pronoungebruik is, wordt pronoungebruik soms gebruikt als leenvertaling of in specifieke studies naar referentiële identiteit en taalverwerking. De term verwijst naar het systeem van verwijzingen in een taal en naar regels die bepalen wanneer welke vorm wordt gekozen.

In hedendaagse praktijk speelt voornaamwoordgebruik een belangrijke rol in genderinclusieve taal. Instellingen en taalgidsen stimuleren het correcte gebruik van voornaamwoorden die overeenkomen met iemands identiteit, en ze bevorderen het gebruik van genderneutrale verwijzingen waar mogelijk. Er bestaan discussies over welke vormen het meest geschikt zijn en hoe non-binaire identiteiten het best worden gerefereerd. In onderwijs en media ziet men een toegenomen aandacht voor consistentie en duidelijkheid bij het gebruik van voornaamwoorden.

Toepassingsgebieden omvatten linguïstiek, onderwijs, communicatie, zorg en natuurlijke taalverwerking. Voor praktisch gebruik zijn eenvoudige regels: zet het voornaamwoord met de juiste antecedent overeen, voorkom ambiguïteit en respecteer de voorkeuren van betrokkenen.

Zie ook: pronoungebruik, voornaamwoord, genderinclusieve taal, taalbeleid.