Home

poldergebieden

Poldergebieden zijn laaggelegen gebieden die droog zijn gelegd en omgeven door dijken. Het waterpeil in een polder wordt voortdurend geregeld met drainage, sluizen en pompen, zodat het land droog blijft terwijl overtollig water wordt afgevoerd. Polders worden vooral gebruikt voor landbouw en woningbouw, maar ook voor recreatie en natuur.

Het polderdenken ontstond in de middeleeuwen wanneer bewoners waterhuishouding en dijkbeheer systematiseerden. In latere eeuwen werden

Beheer en wetgeving in Nederland zijn nauw verbonden met waterschappen, tegenwoordig onafhankelijke regionale besturen die verantwoordelijk

Poldergebieden kenmerken zich door een combinatie van kunstmatig landschap en agrarische of stedelijke functies. Ze omvatten

Uitdagingen voor poldergebieden zijn versterkt door klimaatverandering en bodemdaling. Ze vereisen voortdurende investeringen in dijkversterking, modernisering

grotere
inschapingen
mogelijk
door
geavanceerdere
waterbeheersing.
Een
bekend
historisch
voorbeeld
is
de
Beemsterpolder
(ontstaan
rond
1612).
In
de
twintigste
eeuw
zorgden
de
Zuiderzeewerken
voor
grootschalige
inpoldering:
de
Noordoostpolder
en
de
Flevopolder
ontstonden
als
nieuw
land
langs
de
voormalige
Zuiderzee
en
vormen
belangrijke
poldergebieden
in
Nederland.
zijn
voor
waterkeringen,
peilbeheer,
drainage
en
de
onderhoud
van
dijken
en
sluizen.
Het
peil
en
de
waterafvoer
worden
geregeld
zodat
het
poldergebied
onder
het
gewenste
niveau
blijft,
zonder
overstromingen.
vaak
lange
dijken,
ringwegen,
drainagekanalen
en
verschillende
sluizen
of
gemalen.
UNESCO-erfgoedprakterm
Beemster
en
andere
inpolders
illustreert
de
historische
en
culturele
betekenis
van
deze
landschapsvorm.
van
pompen
en
sluizen,
en
adaptieve
waterbeheersing
om
toekomstige
zeespiegelstijging
aan
te
kunnen.