Home

plasmiden

Plasmiden zijn kleine, meestal circulaire dubbelstrengs DNA-moleculen die zich onafhankelijk van het chromosomale DNA kunnen replicationeren. Ze komen vooral voor in bacteriën en archaea, maar ook in sommige eukaryoten zoals gist en in de organellen mitochondriën en chloroplasten van planten. Plasmiden dragen doorgaans niet-essentiële genen die voordelen kunnen bieden onder bepaalde omstandigheden.

Hoewel hun belangrijkste eigenschap onafhankelijke replicatie is, variëren plasmiden in grootte en kopieerniveau. Kopieën kunnen hoog,

Plasmiden spelen een sleutelrol bij horizontale genoverdracht: ze kunnen worden overgedragen via conjugatie (bijv. F-plasmiden), transformatie

In moleculaire biologie dienen plasmiden als vectors voor klonering en genexpressie. Voor deze toepassingen bevatten ze

Plasmiden vormen ook een aandachtspunt voor biosafety en volksgezondheid, omdat plasmide-gecodeerde eigenschappen zoals resistentiegenen kunnen verspreiden

middelmatig
of
laag
zijn.
Een
plasmide
bevat
meestal
een
ori
(ori­gine
van
replicatie)
en
genetische
elementen
voor
onderhoud
en
verdeling,
zoals
partitioneringsystemen.
Sommige
plasmiden
dragen
toxin-antitoxine
systemen
om
hun
aanwezigheid
in
een
cel
te
verzekeren.
of
transductie.
Ze
dragen
vaak
gunstige
eigenschappen
zoals
antibioticumresistentie,
metabolische
paden
of
virulentiefactoren.
Populaire
typen
zijn
F-plasmiden
(voortplantingsvermogen),
R-plasmiden
(antibioticaresistentie)
en
Col-plasmiden
(bacteriocine-productie).
een
replicatie-ori,
een
selectiemarker,
en
vaak
een
multi-cloning
site.
Ze
worden
gebruikt
voor
het
kloneren
van
genen,
productie
van
eiwitten
en
levering
van
CRISPR-componenten
of
andere
genetische
gereedschappen.
Het
ontwerp
van
plasmiden
bepaalt
hun
kopieerniveau,
gastheerspectrum
en
praktische
toepassingen.
tussen
bacteriën.
Wetenschappelijke
toepassingen
vragen
om
zorgvuldige
biosecurity-
en
ethische
overwegingen
en
passende
containment.