Home

opgevangen

Opgevangen is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord opvangen. Het basisbetekenis is iemand ontvangen, opvangen of onderdak bieden. Het kan verwijzen naar de handeling zelf (de actie van ontvangen) en naar de personen of zaken die zijn opgevangen. Het woord komt van het voorvoegsel op- en vangen (vetrekken, grijpen).

In gebruik kan opgevangen zowel als werkwoordsvorm als bijvoeglijk naamwoord voorkomen. In voltooide tijden: “Ik heb

Contexts en betekenissferen

- Immigratie en opvang: veelvoorkomend in beleid en nieuws om te verwijzen naar mensen die tijdelijk zijn

- Hulp en rampenbestrijding: slachtoffers of getroffenen worden opgevangen in noodopvanglocaties.

- Algemeen sociaal domein: gasten, cliënten of minderjarigen die worden opgevangen in zorg- of opvanginstellingen.

Relatie met opvang

Opvang is de zelfstandige naamwoordelijke vorm van de handeling en verwijst naar de plek, het proces of

Grammaticaal onderscheid is dus: opvangen als werkwoord en opvang als zelfstandig naamwoord, terwijl opgevangen zowel als

---

de
gast
opgevangen.”
In
passieve
of
beschrijvende
zin:
“De
vluchtelingen
zijn
opgevangen.”
Als
bijvoeglijk
naamwoord
kan
men
zeggen:
“de
opgevangen
vluchtelingen”
of
“de
opgevangen
kinderen”,
waarmee
wordt
aangegeven
dat
deze
personen
zijn
opgevangen
door
een
instelling
of
groep.
opgevangen
in
opvangcentra
voor
asielzoekers
of
vluchtelingen.
de
voorziening
die
iemand
opvangt.
Opvangen
is
de
actie;
opgevangen
geeft
aan
wat
er
is
ontvangen
of
onderdak
is
geboden.
deelwoordfuncties
kan
vervullen
in
zinnen.