loofhout

Loofhout is hout afkomstig van loofbomen, bomen die blad verliezen in de herfst en meestal in gematigde klimaten voorkomen. Het tegenovergestelde is naaldhout, hout van naaldbomen. In de houtindustrie wordt onder loofhout een brede groep houtsoorten verstaan die overwegend uit decidueuze bomen komen. Hoewel veel loofhout soorten als hard worden beschouwd, bestaat er veel variatie in hardheid, dichtheid en verwerkingseigenschappen.

Eigenschappen van loofhout verschillen per soort, maar over het algemeen is het zwaarder en harder dan veel naaldhoutsoorten. De nerf en kleur zijn vaak gevarieerd, wat het geliefd maakt voor esthetische toepassingen zoals meubels en interieurafwerking. Loofhout kan gevoelig zijn voor vochttoepassing en krimp- of zwelproblemen vertonen als het niet goed gedroogd wordt. Het wordt meestal goed porth, en kan verschillende afwerkingstechnieken verdragen, zoals lakken, oliën of beitsen.

Veel voorkomende loofhoutsoorten zijn onder meer eikenhout (eik), beukenhout (beuk), esdoornhout (esdoorn/maple), walnotenhout (walnoot), berkenhout (berk) en kastanjeboot (kastanje). Deze houtsoorten worden gewaardeerd voor meubels, parket en interieurtoepassingen, maar ook voor fineer en hoogwaardige constructies.

Sustainability speelt een belangrijke rol bij loofhout: verantwoord beheer en certificering (zoals FSC of PEFC) helpen bij duurzame winning en herstel van bossen. Doorgaans is loofhout wereldwijd beschikbaar, met regionale variaties in kleur, textuur en prijs.