Home

levensvatend

Lev ensvatend is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat aangeeft dat iets in staat is om leven te behouden of te ondersteunen onder bepaalde omstandigheden. Het woord wordt vooral gebruikt in professionele en wetenschappelijke contexten, zoals geneeskunde, biologie, ecologie en ethiek. Een gangbaar Engels equivalent is viable, of life-sustaining in specifieke toepassingen.

Etymologisch gaat levensvatend terug op leven en de suffix -vatend, waarmee een participiale vorm ontstaat die

Toepassingen en voorbeelden: in de neonatologie beschrijven artsen soms de levensvatbaarheid van een premature baby in

Zie ook: levensvatbaarheid. Beoordelingscriteria voor levensvatendheid zijn context- en technologieafhankelijk en variëren over tijd en plaats.

capaciteit
of
neiging
uitdrukt.
Het
verwante
zelfstandig
naamwoord
is
levensvatbaarheid,
met
betekenis
viabiliteit
of
de
mate
waarin
iets
levensvatbaar
is.
In
het
dagelijks
taalgebruik
is
levensvatend
minder
gebruikelijk
dan
levensvatbaar,
maar
beide
vormen
worden
herkend
in
vakliteratuur
en
beleidsdocumenten.
termen
van
of
en
wanneer
levensondersteunende
zorg
gerechtvaardigd
is,
afhankelijk
van
medische
mogelijkheden.
In
de
intensivecare
kan
sprake
zijn
van
levensvatende
behandeling—zoals
mechanische
ademhaling
of
kunstmatige
voeding—die
bedoeld
is
het
leven
te
handhaven.
In
de
ecologie
kan
een
organisme
als
levensvatend
worden
beschouwd
als
het
in
een
bepaald
milieu
kan
overleven
en
zich
voortplanten.
In
ethische
en
beleidscontexten
kan
de
vraag
naar
levensvatbaarheid
een
rol
spelen
bij
besluiten
over
het
wel
of
niet
voortzetten
van
levensverkortende
zorg.