laagseizoen

Laagseizoen is een term uit de toeristische sector die verwijst naar de periode waarin de vraag naar toeristische producten en diensten lager is dan normaal. In deze periode dalen vaak de bezettingsgraad van accommodaties, bezoekersaantallen en de omzet in relevante sectoren.

De exacte timing varieert per regio en sector. Bij veel strand- en zonbestemmingen is de winter het laagseizoen, terwijl in gematigde klimaten de late herfst en de lente als laagseizoen kunnen gelden. Ook schoolvakanties en evenementen spelen een rol; periodes buiten deze vakanties kampen vaak met lagere vraag.

Kenmerken en effecten van het laagseizoen variëren, maar komen meestal terug in prijsdruk door aanbiedingen, verminderde openingstijden en minder aanbod van extra services. Voor bedrijven kunnen kostenreducties nodig zijn en kan personeel tijdelijk minder worden ingezet. Reizigers profiteren vaak van lagere prijzen en minder drukte, maar kunnen te maken krijgen met beperkt beschikbare activiteiten of sommige gesloten attracties.

Strategische reacties richten zich op prijsstelling en bundels, marketing gericht op specifieke doelgroepen en regionale partnerschappen om continuïteit te waarborgen. Ook kan het laagseizoen worden benut voor investeringen, innovatie en training, of voor het verspreiden van bezoekers door dergelijke periodes aantrekkelijker te maken.

Vergeleken met het hoogseizoen biedt het laagseizoen kansen voor kostenbesparing en klantbinding, maar minder directe omzet. De term schouderseizoen wordt soms gebruikt voor periodes tussen laag- en hoogseizoen, waarin vraag en aanbod meer in balans zijn.