Home

kookpunten

Kookpunten verwijzen naar de temperaturen waarbij een vloeistof onder een gegeven externe druk in damp verandert. Bij dit punt is de dampdruk van de vloeistof gelijk aan de omgevingsdruk, waardoor vloeistofdamp spontane gasvorming ondergaat. Het normaal kookpunt is het kookpunt bij standaarddruk (1 atmosfeer, circa 101,3 kPa).

Voorbeelden van bekende kookpunten bij 1 atm zijn onder meer water op 100°C, ethanol op circa 78,4°C

Kookpunten worden beïnvloed door factoren zoals intermoleculaire krachten, molecuulgewicht en de aanwezigheid van opgeloste stoffen. Sterke

Het begrip kookpunt is fundamenteel in chemie en techniek. Het speelt een centrale rol bij processen zoals

en
ammoniak
op
circa
-33,3°C.
De
exacte
waarde
hangt
af
van
de
druk:
hogere
druk
verhoogt
het
kookpunt,
terwijl
lagere
druk
het
kookpunt
verlaagt.
Dit
geldt
ook
voor
stoffen
die
in
mengsels
voorkomen;
in
oplossingen
kan
het
kookpunt
verschuiven
ten
opzichte
van
het
zuivere
oplosmiddel.
onderlinge
krachten,
zoals
waterstofbindingen,
verhogen
het
kookpunt.
Oplossingen
vertonen
vaak
kookpuntverhoging
(colligatieve
eigenschap)
doordat
het
oplossen
van
deeltjes
de
dampdruk
verlaagt.
Bij
mengsels
kan
ook
een
kookpuntdifferente
van
de
componenten
ontstaan,
en
sommige
stoffen
hebben
azeotropen
met
een
specifiek
kookpunt.
destillatie,
raffinage
en
zuivering,
maar
ook
in
koken
en
industriële
toepassingen
waar
temperatuur
en
druk
nauwkeurig
regelen
vereist
zijn.
Het
onderscheid
tussen
het
kookpunt
en
andere
thermodynamische
punten,
zoals
het
smeltpunt,
is
daarbij
van
belang
om
gedrag
van
stoffen
onder
verschillende
omstandigheden
te
begrijpen.