integratietijd

Integratietijd is de tijd die nodig is om diverse onderdelen, systemen, processen of gegevens zodanig met elkaar te verbinden dat zij als een samenhangend geheel functioneren. Het begrip komt voor in meerdere vakgebieden, waaronder informatica, systemen- en data-integratie, productie en beleidswetenschappen.

In informatica en systeemintegratie verwijst de term vaak naar de periode vanaf de start van een integratieproject tot het moment waarop de geïntegreerde oplossing operationeel en stabiel werkt. Bij data-integratie gaat het om de tijd die nodig is om disparate databronnen te harmoniseren, te migreren en te laten communiceren via gestandaardiseerde interfaces. In productie en logistiek kan integratietijd slaan op de periode die nodig is om diverse componenten van een productiesysteem na een verandering weer als één proces te laten verlopen. In maatschappelijke en arbeidsmarktcontext kan men spreken van integratietijd als de tijd die nieuwkomers of doelgroepen nodig hebben om volledig te participeren.

Factoren die de integratietijd bepalen zijn onder meer complexiteit en compatibiliteit van systemen en data, beschikbaarheid van standaarden en interfaces, governance en projectmanagement, veranderingsbereidheid, en de mate van afhankelijkheid van meerdere partijen. Snellere integratie vergt vaak gefaseerde migratie, duidelijke requirements en middelgrote koppelingen.

Beheer van integratietijd omvat het definiëren van start- en eindpunten, keuze van mijlpalen, regelmatige voortgangscontroles en risicobeoordeling. Het doel is om stabilisatie en interoperabiliteit zo snel mogelijk te bereiken zonder kwaliteit of veiligheid in het geding te brengen. In evaluatie gebruiken men vaak indicatoren zoals doorlooptijd, incidenten per maand en tijd tot acceptatietesten.