Home

haarvaten

Haarvaten, ook wel capillairen genoemd, zijn de kleinste bloedvaten en vormen de brug tussen arteriolen en venulen. Ze komen talrijk voor in vrijwel alle weefsels en organen en bestaan uit een dunne wand van één endotheellaag met een basaalmembraan. De wanden worden soms ondersteund door pericyten. Door de geringe diameter van ongeveer 5 tot 10 μm kunnen rode bloedcellen vrijwel in enkelvoud langs de capillairen passeren, wat de uitwisseling tussen bloed en weefsel vergemakkelijkt.

Capillairen zijn onderling verbonden in netwerken die capillairbedden vormen. Er bestaan drie hoofdtypen: continu capillair, met

Functie: uitwisseling van zuurstof, kooldioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen vindt plaats via diffusie tussen bloed en interstitieel

Specifieke functies en variatie: hersenen hebben capillairen met een streng gereguleerde bloed-hersenbarrière; lever, milt enBeenmerg bevatten

een
ononderbroken
endotheel
(bij
spierweefsel,
longen
en
hersenen);
fenestraat
capillair,
met
doorlaatbare
vensters
in
het
endotheel
(nier,
darm
en
klieren);
en
sinusoïdaal
capillair,
met
grote
openingen
en
een
dunne
basaalmembraan
(lever,
milt
en
beenmerg).
De
doorlaatbaarheid
varieert
afhankelijk
van
het
type,
wat
invloed
heeft
op
de
mate
van
uitwisseling.
vocht.
De
doorlaatbaarheid
van
capillaire
wanden
bepaalt
in
belangrijke
mate
welke
moleculen
kunnen
passeren.
Ook
filtratie
en
reabsorptie
volgens
de
Starling-krachten
spelen
een
rol
bij
de
vochtbalans
tussen
bloed
en
weefsel.
Precapillaire
sfincters
kunnen
de
bloedstroom
naar
specifieke
weefsels
regelen
en
zo
de
opname
van
zuurstof
en
nutriënten
beïnvloeden.
sinusoïdale
capillairen
met
grotere
doorlaatbaarheid.
Pathologische
veranderingen
in
haarvaten,
zoals
bij
diabetes
mellitus
of
ontstekingen,
kunnen
lekkage,
edema
of
verminderde
uitwisseling
veroorzaken.