Home

haalt

Haalt is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord halen. Het werkwoord halen heeft als kernbetekenis om te oppakken, op te halen, te verkrijgen of mee te nemen. In bredere zin kan het ook betekenen dat iemand een resultaat behaalt of iets uit een situatie verkrijgt.

Gebruikelijk is dat halen met een direct object verschijnt, bijvoorbeeld een voorwerp of een andere handeling.

Grammaticaal wordt haalt vervoegd volgens de regels van een regelmatig werkwoord. Infinitief: halen. Tegenwoordige tijd: hij

Etymologie en verwantschap: halen heeft Germaanse wortels en is verwant aan het Duitse holen en het Engelse

Voorbeelden:
hij
haalt
de
post
uit
de
brievenbus,
zij
haalt
geld
van
de
bank,
hij
haalt
de
trein.
Het
werkwoord
wordt
ook
gebruikt
in
vaste
uitdrukkingen
en
in
samengestelde
werkwoorden
zoals
ophalen
(iemand
opzoeken
of
iets
ophalen),
terughalen
(terugbrengen
of
herinneren)
en
uithalen
(mechanisch
iets
eruit
halen).
haalt.
Verleden
tijd
(onregelmatig
in
vorm):
hij
haalde.
Voltooide
tijd:
hij
heeft
gehaald
(met
hulpwerkwoord
hebben).
Het
voltooid
deelwoord
is
gehaald.
Het
werkwoord
kan
separabel
zijn
in
samengestelde
werkwoorden,
waardoor
de
prefix
naar
verwachting
van
de
zin
kan
scheiden,
zoals
in
ophalen
of
terughalen.
haul,
die
historische
betekenissen
van
ophalen,
trekken
of
verkrijgen
delen.
Deze
familie
van
woorden
weerspiegelt
een
gemeenschappelijke
oorsprong
rond
het
idee
van
beweging
en
verplaatsing
om
iets
te
bemachtigen
of
te
verkrijgen.