Home

haalde

Haalde is de verleden tijd van het Nederlandse werkwoord halen. Het werkwoord halen heeft meerdere betekenissen, waaronder iets ophalen of meenemen naar een andere plek, iets verkrijgen of bereiken, of ergens vandaan halen. In dagelijkse taal kan halen dus betekenen: ophalen, halen op een winkel, halen van een trein, of het behalen van een doel zoals een prijs halen.

Vervoeging: tegenwoordige tijd: ik haal, jij haalt, hij/zij/het haalt, wij halen, jullie halen, zij halen. Verleden

Gebruik en nuances: halen kent vele toepassingen, van fysiek ophalen tot het bereiken van een doel. Voorbeelden:

Zie ook: halen (werkwoord), gehaald (participium). De verleden tijdsvorm haalde is een standaard, regelmatig gevormde vorm

tijd:
ik
haalde,
jij
haalde,
hij
haalde,
wij
haalden,
jullie
haalden,
zij
haalden.
Voltooide
tijd
(met
hebben):
ik
heb
gehaald,
jij
hebt
gehaald,
hij
heeft
gehaald.
Het
participium
is
gehaald.
De
vorm
haalde
wordt
met
de
laatste
klankregel
van
Nederlandse
zwakke
werkwoorden
gevormd:
de
stam
blijft
consistent
met
de
infinitief.
Gisteren
haalde
hij
de
boodschappen
bij
de
winkel.
Ze
heeft
de
trein
gehaald.
Met
dit
verslag
heb
ik
mijn
doel
gehaald.
In
uitdrukkingen
zoals
iets
uit
iets
halen
of
iemand
ophalen
komen
figuurlijke
betekenissen
voor,
variërend
van
verkrijgen
tot
opfrissen
of
ophalen
van
herinneringen.
binnen
de
Nederlandse
conjugatie
en
wordt
algemeen
begrepen
in
zowel
standaardtaal
als
informele
spraak.