geheugeninterfaces
Geheugeninterfaces verwijzen naar de hardwarematige en protocollaire verbindingen waardoor data tussen de centrale verwerkingseenheid (CPU) en het geheugen wordt uitgewisseld. In moderne systemen omvat dit de geheugencontroller (in de CPU of het chipset), de geheugenmodules zoals DIMM of SO-DIMM, en de datapaden, adreslijnen en controlebussen die samen de communicatie mogelijk maken. Geheugeninterfaces bepalen de maximale bandbreedte, de latentie en de energie-efficiëntie van het geheugen en hebben daarmee een directe invloed op systeemprestaties.
Belangrijke componenten zijn onder meer de geheugenkanalen, die meerdere onafhankelijke paden voor geheugenverkeer bieden; de bijbehorende
Design- en prestatieoverwegingen omvatten synchronisatie met de geheugencontroller, timingparameters en latency, de beschikbare bandbreedte (busbreedte maal
Trends in geheugeninterfaces gaan richting hogere bandbreedtes en efficiëntere verwerking door middel van 3D-stacking, stacking van