cumuleert

Cumuleert is de derde persoons enkelvoud tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord cumuleren. Cumuleren betekent het stapelen, combineren of optellen van meerdere bronnen, rechten, waarden of perioden tot één geheel. Het woord wordt in diverse contexten gebruikt, bijvoorbeeld in financiën, belastingen, arbeid en wetenschap, om aan te geven dat verschillende onderdelen samen gevoegd worden of gelijktijdig bestaan.

Etymologisch komt cumulereren uit het Frans, met wortels in het Latijn (cumulus, stapel, cumulare). In het Nederlands is cumulereren een leenwerkwoord waarmee men aanduidt dat verschillende elementen samen een totaal vormen of zich opstapelen over tijd of bronnen.

Toepassingsgebieden zijn onder meer:

- Werk en carrière, waarbij iemand meerdere functies of verantwoordelijkheden cumuleert.

- Financiën en beleggingen, waar winsten of rendementen uit verschillende bronnen worden gecumuleerd.

- Pensions en rechten, bijvoorbeeld wanneer pensioenrechten uit verschillende jaren of regelingen samenvloeien.

In elk geval geeft cumuleert aan dat de afzonderlijke onderdelen samenkomen in één totaal of in één situatie.

Grammaticaal gezien is cumuleert de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd. De infinitief is cumulereren; ik cumuleer, jij cumuleert, hij cumuleert; wij cumulereren. Verleden tijd: cumuleerde; voltooid deelwoord: gecumuleerd. Het woord is relatief vakmatig, maar ook in dagelijks taalgebruik te horen wanneer men meerdere elementen tegelijk beschouwt of toevoegt aan een totaal.