Home

antibodygemedieerde

Antibodygemedieerde immuniteit verwijst naar immunologische processen die worden veroorzaakt door antilichamen (immunoglobulinen) die door B-cellen en plasmacellen worden geproduceerd. In tegenstelling tot cellulaire immuniteit, waarbij T-cellen directe cytotoxiciteit leveren of hulp verlenen, oefenen antilichamen effectorfuncties uit via Fc-receptoren op andere cellen en via de complementcascade.

Belangrijke mechanismen zijn neutralisatie, waarbij antilichamen binding aan pathogenen of toxines voorkomen dat ze cellen infecteren

Complementactivatie via de klassieke route door IgM- of IgG-gebonden immuuncomplexen leidt tot activatie van C1 en

Antilichamen spelen een centrale rol in vaccinologie en infectieziekten door neutralisatie en preventie van infectie, terwijl

De belangrijkste klassen van antilichamen (IgM, IgG, IgA, IgE) hebben verschillende rollen: IgM als vroege responder,

of
schade
veroorzaken;
opsonisatie,
waardoor
pathogenen
beter
herkenbaar
worden
voor
fagocyten;
en
antistofafhankelijke
cellulaire
cytotoxiciteit
(ADCC),
waarbij
NK-cellen
of
andere
effectorcellen
geïnvolveerd
raken
om
doelwitcellen
te
doden.
een
cascade
die
tot
lysis
of
opsonisatie
via
C3b
kan
leiden;
immunocomplexen
kunnen
bij
overmaat
of
onvolledige
verwijdering
ontstekingsreacties
en
weefselschade
veroorzaken,
zoals
bij
sommige
immunologische
aandoeningen.
antibody-mediated
rejection
bij
orgaantransplantatie
een
klinische
context
is
waarin
donor-specifieke
antilichamen
tegen
HLA-antigenen
weefselschade
veroorzaken.
IgG
in
de
systemische
immunrespons
en
opsonisatie,
IgA
in
mucosale
bescherming,
en
IgE
bij
allergische
reacties
en
parasitaire
infecties.
Antibodygemedieerde
processen
vormen
een
essentieel
onderdeel
van
de
humorale
immuniteit.