Home

agressiviteit

Agressiviteit verwijst naar gedrag of emotionele reacties die gericht zijn op het opleggen of verdedigen van eigen positie, vaak gekenmerkt door een verhoogde spanning, vijandigheid of de neiging tot confrontatie. Het fenomeen wordt in verschillende disciplines bestudeerd, waaronder psychologie, sociologie, biologie en criminologie, en kan zowel als adaptieve als maladaptieve eigenschap worden beschouwd.

In de psychologie wordt agressiviteit doorgaans onderverdeeld in twee hoofdtypen: instrumentele agressie, die wordt ingezet om

Sociologisch wordt agressiviteit beschouwd als zowel een individueel als een collectief fenomeen, waarbij groepsdruk, sociale identiteit

In de biologie wordt agressiviteit gezien als een evolutionair mechanisme dat bijdraagt aan de verdediging van

Het beheersen van agressiviteit omvat vaak cognitieve‑gedragstherapie, anger‑management programma’s, training in emotionele regulatie en, in sommige

een
doel
te
bereiken,
en
reactieve
(of
impulsieve)
agressie,
die
ontstaat
als
reactie
op
een
waargenomen
bedreiging
of
frustratie.
Factoren
die
agressief
gedrag
kunnen
bevorderen
omvatten
genetische
aanleg,
neurobiologische
processen
(bijvoorbeeld
hormonale
invloeden
van
testosteron
en
serotonine),
opvoedingsstijlen,
sociaal-culturele
normen
en
omgevingsstressoren.
Bij
kinderen
kan
een
inconsistente
of
autoritaire
opvoeding,
blootstelling
aan
geweld
en
een
gebrek
aan
modelleerbare
copingstrategieën
de
ontwikkeling
van
agressiviteit
versterken.
en
maatschappelijke
structuren
een
rol
spelen.
Culturen
kunnen
verschillende
normen
hanteren
ten
aanzien
van
geaccepteerd
agressief
gedrag,
waardoor
de
uiting
van
agressie
sterk
varieert
tussen
samenlevingen.
hulpbronnen,
territorium
of
voortplantingskansen.
Bij
veel
diersoorten
is
een
gecontroleerde
vorm
van
agressie
noodzakelijk
voor
overleving,
terwijl
overmatige
of
ongepaste
agressie
kan
leiden
tot
negatieve
consequenties
voor
het
individu
en
de
groep.
gevallen,
medicatie.
Effectieve
interventies
richten
zich
op
het
herkennen
van
triggers,
het
aanleren
van
alternatieve
copingstrategieën
en
het
bevorderen
van
empathie
en
sociale
vaardigheden.