afzonderlijk

Afzonderlijk is een Nederlands woord dat zowel als bijvoeglijk naamwoord als als bijwoord voorkomt. Als bijvoeglijk naamwoord duidt het op iets dat apart, onderscheiden of niet in elkaar grijpend is, oftewel een deel dat losstaat van anderen. Als bijwoord geeft het aan dat een handeling of situatie afzonderlijk gebeurt of afzonderlijk moet worden behandeld.

Zo kan "afzonderlijke" bijvoorbeeld betekenen: “afzonderlijke delen” (losstaande onderdelen), “afzonderlijk behandelen” (Los van elkaar bespreken of afhandelen) of “afzonderlijk vermeld” (apart genoemd). In officiële contexten komt het vaak voor in contracten, beleidsdocumenten en technische specificaties, waar duidelijkheid wordt gevraagd over scheiding of onafhankelijkheid van elementen. Voorbeelden: “De drie onderdelen worden afzonderlijk gecontroleerd.” “De offertes dienen afzonderlijk te worden ingediend.” “De prijs is afzonderlijk vermeld van de verzendkosten.”

Gebruik en nuance: afzonderlijk legt vaak de nadruk op de scheiding of onafhankelijkheid van zaken, terwijl synoniemen als apart of los soms meer op fysiek afstand of verschil in kenmerken wijzen. In praktische taalgebruik helpt afzonderlijk om nauwkeurig aan te geven dat iets niet samen met iets anders wordt behandeld of geleverd.

Etymologie en verwante woorden: het woord is van Nederlandse oorsprong en is opgebouwd uit het voorvoegsel af- met het bijvoeglijke element zonderlijk. Een verwant zelfstandig naamwoord is afzondering; afleiden uit dezelfde wortel is ook afzonderlijkheid.

Zie ook: apart, los, afzondering, afzonderlijke levering.