Home

Wortelknollen

Wortelknollen zijn verdikte opslagwortels die als reserveorgaan dienen bij verschillende planten. Ze slaan voedingsstoffen, vooral koolhydraten zoals zetmeel, op in wortelweefsel zodat de plant kan overleven onder ongunstige omstandigheden en weer kan uitgroeien wanneer groei wordt hervat. Wortelknollen ontstaan uit de wortel en zijn meestal vlezig of knolachtig, met een opbouw die is aangepast aan opslag en later wederinstitutionele groei.

Anatomisch gezien bestaan wortelknollen uit tapwortelweefsel dat verdikt raakt, vaak met een vergrote parenchymlaag die zetmeel

Veel plantenfamilies hebben wortelknollen, waaronder eetbare wortelwezens en bepaalde ornamentale planten. Voorbeelden van commerciële wortelknollen zijn

Oogsten en verwerking van wortelknollen verlopen meestal als bij andere wortelgewassen: knollen worden geoogst wanneer vettering

en
andere
reserves
opslaat.
De
exacte
vorm,
grootte
en
samenstelling
variëren
per
soort.
In
tegenstelling
tot
knollen
die
uit
stengelweefsels
ontstaan
(zoals
aardappels),
ontstaan
wortelknollen
voornamelijk
uit
wortelweefsel.
opslagwortels
bij
eetbare
wortels
en
bij
sommige
soorten
die
als
siergewassen
worden
gekweekt.
De
samenstelling
van
de
knol
verschilt
per
soort,
maar
over
het
algemeen
geldt
dat
de
knol
een
belangrijke
energiebron
vormt
voor
de
plant
die
erin
groeit
en
vaak
ook
direct
als
voedselbron
voor
mensen
of
dieren
wordt
benut.
is
voltooid,
na
which
de
opslagwaarde
maximaal
is.
Bewaring
vereist
koele,
donkere
omstandigheden
om
uitdroging
en
bederf
te
voorkomen.
Wortelknollen
vormen
daarmee
een
veelzijdig
opslagorgaan
met
zowel
ecologische
als
agrarische
betekenis.