Home

opslagorgaan

Een opslagorgaan is een gespecialiseerd weefsel of orgaan dat bedoeld is voor de opslag van reserve- of nuttige stoffen, zoals koolhydraten, vetten, eiwitten of mineralen. Door dergelijke opslag kunnen organismen perioden van voedseltekort doorstaan, groei en ontwikkeling plannen en vaak seizoensgebonden veranderingen beter bewerken.

In planten komen opslagorganen veel voor als gewijzigde wortels, stelen of bladeren die grote hoeveelheden reserves

Bij dieren fungeren opslagorganen vaak als energiereserves. De lever slaat glycogeen op als snelle energiebron, terwijl

Functie- en evolutionaire aspecten van opslagorganen liggen in het leveren van energie en bouwstoffen wanneer voedsel

bevatten.
Voorbeelden
zijn
knollen
(zoals
aardappel)
die
zetmeel
opslaan
in
ondergrondse
stelen,
bollen
(zoals
uien)
met
ruwe
plantresten
en
reserveproducten,
en
opslagknollen
of
-wortels
in
wortelgewassen
zoals
wortel
en
zoete
aardappel.
Ook
zaden
en
vruchten
kunnen
aanzienlijke
hoeveelheden
reserve-voedsel
bevatten,
vooral
in
de
vorm
van
zetmeel,
zetmeenzuren
of
vetten,
die
bij
kieming
of
germinatie
beschikbaar
zijn.
adipose
weefsel
vetten
opslaat
als
triglyceriden
voor
langdurige
reserves.
Daarnaast
spelen
botten
een
rol
bij
opslag
van
mineralen
zoals
calcium
en
fosfor.
In
invertebraten
kunnen
speciale
weefsels,
zoals
vetlichaampjes
of
vetlichamen,
dienen
als
belangrijke
vetopslag.
schaars
is,
het
ondersteunen
van
groei
en
reproductie,
en
het
mogelijk
maken
van
snelle
herstelprocessen
na
stressperiodes.
Zie
ook
opslagweefsel
en
koolhydraatmetabolisme.