Weginfrastructuur

Weginfrastructuur is het vaste netwerk van wegen en bijbehorende bouwwerken dat het transport van mensen en goederen mogelijk maakt. Het omvat autosnelwegen en hoofdwegen, regionale en lokale wegen, bruggen en tunnels, viaducten en kruisingen, alsook verkeerscentrales en bewegwijzering. Daarnaast horen opritten, parallelbanen, fly-overs en onderhoudsvoorzieningen bij de infrastructuur. Doel is veilige, efficiënte en betrouwbare verplaatsing, met aandacht voor duurzaamheid, bereikbaarheid en leefomgeving.

Beheer en financiering: op nationaal niveau worden veel wegen beheerd door overheden; in Nederland bijvoorbeeld door Rijkswaterstaat voor rijkswegen, en door provincies en gemeenten voor andere wegen. Financiering komt uit publieke middelen, lastenverkeer en soms tolheffing of publiek-private samenwerking. Onderhoud en vernieuwing volgen lange termijnplannen, gericht op veiligheid, doorstroming en kostenbeheersing.

Planning en ontwerp: wegen worden gepland op basis van verwachte vervoersvraag, ruimtelijke ordening en milieu-impact. Milieueisen, geluid- en luchtkwaliteit, waterbeheer en natuur worden geïntegreerd in milieueffectrapportages. Ontwerp- en veiligheidseisen volgen nationale en EU-standaard, met aandacht voor zicht, bermveiligheid, verkeersborden en noodvoorzieningen.

Onderhoud en innovatie: onderhoud omvat a) routinematig asfaltonderhoud, b) reparaties en vervanging van brug- en tunnelonderdelen, c) grootschalige reconstructies. Nieuwe technologieën, zoals intelligente transportsystemen (ITS), verkeersinformatie, adaptieve snelheidslimieten en connected-voertuigdata, worden ingezet om doorstroming en veiligheid te verbeteren.

Duurzaamheid en toekomstige ontwikkelingen: klimaatbestendigheid, energietransitie en modal shift richting openbaar vervoer en fietsen spelen een rol. Projecten richten zich op multi-modale corridors en integratie met andere vervoersnetwerken, zoals waterwegen en spoor, waar mogelijk via knooppunten en interchange-centra.