Home

Weggegaan

Weggegaan is de voltooide deelwoord van het Nederlandse werkwoord weggaan, wat betekent vertrekken of weggaan. Het duidt op een beweging van een plek of situatie en wordt meestal gebruikt in combinatie met het hulpwerkwoord zijn, bijvoorbeeld in de voltooide tijd: Hij is weggegaan. Het infinitief van de werkwoordgroep is weggaan.

Etymologie en morfologie: weggaan bestaat uit het voorvoegsel weg- (away) en het werkwoord gaan (to go). Weg-

Gebruik en betekenis: weggegaan verwijst naar een concrete handeling van vertrekken uit een plaats, bijvoorbeeld “Na

Conventies en variaties: het participium weggegaan functioneert doorgaans als deel van een voltooide tijd met zijn.

Zie ook: vertrokken, vertrekken, heengaan.

is
een
separabel
prefix:
in
sommige
zinsconstructies
kan
het
prefix
gescheiden
blijven
van
de
stam
van
het
werkwoord
of
in
de
voltooid
verleden
Tijd
samen
met
de
rest
van
de
werkwoordsgroep
voorkomen,
zoals
in
Gisteren
is
hij
weggegaan.
afloop
van
de
bijeenkomst
is
iedereen
weggegaan.”
Het
kan
ook
figuurlijk
worden
gebruikt
in
verhalen
of
verslaggeving
om
aan
te
geven
dat
iemand
geen
deel
meer
uitmaakt
van
een
groep
of
situatie,
bijvoorbeeld
“hij
is
uit
de
band
verdwenen
door
persoonlijke
redenen.”
In
tegenstelling
tot
sommige
eufemismen
wordt
weggegaan
meestal
niet
gebruikt
om
iemands
overlijden
aan
te
geven;
daarvoor
zou
men
eerder
heengegaan
of
overleden
gebruiken,
afhankelijk
van
de
toon.
De
vorm
met
hebben
wordt
niet
gebruikelijk
voor
weggaan.
In
zinnen
met
een
tussenvoeging
kan
het
werkwoord
weggaan
ook
als
separabel
worden
behandeld,
maar
in
de
voltooide
tijd
blijft
het
participium
meestal
één
woord:
weggegaan.