Home

Verbuiging

Verbuiging is het systeem waarmee woorden in een taal van vorm veranderen om grammaticale informatie uit te drukken, zoals getal (enkelvoud/meervoud), geslacht, naamval, bepaaldheid, bezit en vergelijkingsvorm. In het Nederlands verwijst de term meestal naar de verbuiging van zelfstandige naamwoorden, voornaamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. De verbuiging van werkwoorden noemt men doorgaans vervoeging.

Zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden tonen vooral getal en, in sommige gevallen, bezit of naamval. Voorbeelden van

Bijvoeglijke naamwoorden verbuigen mee met het zelfstandige naamwoord in bepaalde situaties. In het definitieve (met het/

Voornaamwoorden hebben duidelijke afwijkende vormen afhankelijk van functie en grammaticale relaties (onderwerp, lijdend voorwerp, bezitting). Voorbeelden:

Historisch gezien was verbuiging bij meer woorden robuuster; tegenwoordig blijft het begrip vooral relevant voor nominale

getalhebben:
man
versus
mannen,
kind
versus
kinderen.
Het
lidwoord
de/het
geeft
soms
informatie
over
geslacht
en
bepaaldheid
van
het
woord,
al
zijn
deze
kenmerken
in
het
moderne
Nederlands
minder
strikt
geabstraheerd
dan
in
oudere
talen.
Bijzonder
is
dat
veel
mannelijke
en
vrouwelijke
vormen
samen
zijn
getrokken,
waardoor
de
naamval
als
grammaticale
categorie
een
beperkte
rol
speelt.
de)
en
enkelvoud
gebruiken
bijvoeglijke
naamwoorden
vaak
een
-e:
de
grote
stoel.
In
het
onbepaalde
singularis
blijft
het
meestal
zonder
-e:
een
grote
stoel.
In
meervoud
kan
het
ook
-e
krijgen
wanneer
het
definite
is:
de
grote
stoelen;
in
onbepaalde
meervoud:
grote
stoelen.
ik/mij/me,
jij/je,
u,
hij/hem,
zij/haar,
wij/ons,
jullie/jullie,
zij/hen/ze.
Bezitvormen
zijn
mijn,
jouw,
zijn,
haar,
ons,
jullie,
hun.
en
adjectivale
varianten,
terwijl
de
informatie
vaak
via
zinsverband
en
voorzetsels
wordt
weergegeven.