Home

Bezitvormen

Bezitvormen is een begrip uit de Nederlandse grammatica dat gaat over de manieren waarop bezit of toebehoren wordt uitgedrukt. Ze komen voor via drie hoofstructuren: bezittelijke determiners die het zelfstandig naamwoord direct voorafgaan (mijn, jouw, zijn, haar, ons, jullie, uw, hun); bezittelijke voornaamwoorden die zelfstandig als referentie naar bezit kunnen dienen (de mijne, het jouwe, de zijne, de hare, de onze, de jullie, het uwe, de hunne); en de van-constructie waarin bezit wordt uitgedrukt met 'van' + eigenaar (het huis van Jan).

Bezitelijke determiners koppelen bezit aan een noun en stemmen af met getal en, bij sommige woorden, met

Bezitelijke voornaamwoorden fungeren als vervanging voor een bezit in zinsverband. Voorbeelden: de mijne, het jouwe, de

Een aanvullende constructie is de van-constructie: bezit kan ook duidelijk worden gemaakt met ‘van’ + eigenaar, bijvoorbeeld

eigenaar.
Voorbeelden:
mijn
boek,
jouw
auto,
zijn
tas,
haar
huis,
ons
werk,
jullie
fietsen,
uw
wagen,
hun
kinderen.
Een
gangbare
regel
is
dat
ons/
onze
overeenkomt
met
het
woord
dat
volgt:
ons
huis
(enkelvoud,
onzijdig);
onze
huizen
(meervoud).
De
vormen
van
de
owner
(zijn/haar)
wijzen
naar
de
eigenaar,
niet
naar
het
bezit;
ons
en
jullie
hebben
geen
gender.
zijne,
de
hare,
de
onze,
de
jullie,
het
uwe,
de
hunne.
Ze
kunnen
met
een
bevoegd
woord
als
antecedent
gebruiken,
bijvoorbeeld:
“Is
dit
boek
van
jou?”
—
“Ja,
het
jouwe.”
Bij
gebruik
als
zelfstandig
verwijzend
woord
stemt
men
vaak
af
op
het
grammaticale
geslacht
en
getal
van
het
te
vervangen
woord.
“het
huis
van
Jan.”