Home

Tussenstations

Tussenstations verwijst in het Nederlandse spoorweglandschap naar stations die liggen tussen grotere knopen of eindpunten en doorgaans een rol vervullen in regionale openbaar vervoer. Ze vormen een categorie binnen netwerkplanning die kleinere gemeenten en dorpen beter bereikbaar maakt, zonder de infrastructuur van een volwaardig knooppunt te vereisen. De term wordt zowel in operationele documenten als beleidsadviezen gebruikt om locaties te beschrijven die reizigers uit de directe omgeving aantrekken.

Kenmerken en functies: Tussenstations hebben meestal beperkte voorzieningen, vaak onbemand, met een of twee perrons, beschutting,

Bediening en planning: Stops op een tussenstation hangen af van dienstregeling en verkeer op de lijn. Ze

en
soms
een
ticketautomaat
of
parkeerfaciliteiten.
Ze
ondersteunen
lokaal
en
regionaal
treinverkeer
en
bieden
opstappunten
voor
bewoners,
scholieren
en
forenzen.
Op
sommige
lijnen
kunnen
ze
dienen
als
knooppunten
voor
wissel-
en
inhaaloperaties,
maar
ze
zijn
doorgaans
geen
vervoerknopen
met
frequentie
zoals
grotere
stations.
worden
regelmatig
bediend
door
regionale
treinen
en
soms
door
sprinters,
terwijl
langeafstandsverbindingen
vaak
langs
deze
stations
rijden
zonder
halt
te
houden.
Het
behoud
van
tussenstations
is
vaak
onderwerp
van
afweging
tussen
bereikbaarheid
en
kosten;
bij
dalende
reizigersvraag
kunnen
ze
gesloten
of
afgeschakeld
worden,
terwijl
sommige
plannen
gericht
zijn
op
blijvende
regionale
aansluiting
en
flexibiliteit
in
het
spoorwegnet.