Triglyceridenstructuren

Triglyceridenstructuren verwijzen naar de moleculaire structuur van triglyceriden, de belangrijkste opslagvorm van vetten in veel organismen. Een triglyceride is een ester van glycerol met drie vetzuurketens. De glycerolbackbone bestaat uit drie koolstofatomen; aan elk koolstofatoom kan een vetzuurketen gekoppeld zijn via een esterbinding, waardoor drie esterbindingen ontstaan. De vetzuren kunnen identiek of verschillend zijn en de positie van elk vetzuur op het glycerol kan variëren (sn-1, sn-2 en sn-3), wat bij sommige triglyceriden tot verschillende isomeren leidt.

Vetzuurketens variëren in verzadiging, lengte en configuratie. Verzadigde vetzuren bevatten geen dubbele bindingen, terwijl onverzadigde vetzuren wel één of meerdere cis- of trans-dubbelbindingen hebben. De koolstofketen van vetzuren kan lengtes aannemen van circa 14 tot 22 koolstoffen. Triglyceriden kunnen uit drie identieke vetzuren bestaan of uit drie verschillende vetzuren, wat leidt tot een grote variatie in moleculaire structuren en fysische eigenschappen.

Fysiologisch spelen triglyceriden een centrale rol als energiebron. Ze worden opgeslagen in vetweefsel als verpakte opslagdrankjes in vettige druppeltjes en kunnen worden gemobiliseerd bij energiebehoefte via lipolyse. In de spijsvertering worden triglyceriden gehydrolyseerd door pancreatische lipase tot vrije vetzuren en monoacylglycerolen, waarna ze worden opgenomen, in enterocyten opnieuw worden opgebouwd tot triglyceriden en verpakt in chylomicronen voor transport via het lymfatische systeem en bloedbaan.

De structuur van triglyceriden beïnvloedt hun fysische eigenschappen en metabole gedrag, wat relevant is voor voeding, gezondheid en voedingstechnologie. Strukturereeksen variëren afhankelijk van het vetzuurprofiel en de positie van de vetzuren op het glycerol.