Tegelijkertijd

Tegelijkertijd is een Nederlands bijwoord dat letterlijk “op hetzelfde moment” of “gelijktijdig” betekent. Het duidt aan dat twee of meer handelingen, gebeurtenissen of verschijnselen tegelijk plaatsvinden. Het kan in zinnen dienen om overeenstemming of coördinatie tussen verschillende onderdelen aan te geven.

Etymologie en vormgeving: het woord is samengesteld uit tegelijk (gelijktijdig) en tijd, met de achtervoeging -ertijd die een bepaalde staat of duur in de tijd aanduidt. Zo blijkt de betekenis uit het idee van gelijktijdig plaatsvinden in de tijd. Naast tegelijkertijd bestaan verwante vormen zoals gelijktijdig of tegelijkertijd, die in nuanceverschillen in gebruik verschillen.

Gebruik en voorbeelden: tegelijkertijd wordt vaak gebruikt om relaties tussen gebeurtenissen te beschrijven. Voorbeelden: “Tegelijkertijd met de voorstelling werd een besluit aangekondigd.” “Tijdens de proef werd, tegelijkertijd, de planning herzien.” Het kan ook aan het begin van een zin staan om een tijdrelatie te benadrukken: “Tegelijkertijd draaide de motor en liep de machine.” In informele taal verschijnt vaker simpelweg tegelijk, terwijl tegelijkertijd wat formeler of preciezer kan klinken.

Verwante termen en nuance: synoniemen zijn onder meer gelijktijdig en tegelijkertijd, afhankelijk van de context. Gelijktijdigheid is het zelfstandig naamwoord dat het concept van simultaan optreden benoemt, vooral in technische of theoretische contexten.

Zie ook: Gelijktijdigheid. Tegelijkertijd is een neutrale, veelgebruikte term in zowel gesproken als geschreven Nederlands, vooral wanneer men twee of meer gebeurtenissen die gelijktijdig plaatsvinden expliciet met elkaar in relatie brengt.