Schorsschade

Schorsschade is beschadiging van de schors, de buitenste beschermlaag van bomen en struiken. Deze schade kan leiden tot verzwakte planten en verhoogde vatbaarheid voor ziekten en insecten.

Oorzaken van schorsschade zijn divers. Mechanische oorzaken zoals snoei-, graaf- of rijs- en ploegschade, botsingen met apparatuur of voertuigen en incidentele beschadiging door menselijk handelen. Natuurlijke oorzaken omvatten vraat door dieren (zoals herten, konijnen en eekhoorns) en invloeden van het weer, zoals vorst, wind, hagel of uitdroging, evenals zonneschijn die poreus weefsel kan beschadigen (zon- of zonneschuld). Daarnaast kunnen ziekteverwekkers en insecten in de schors binnendringen, wat tot cankers en diepe wonden kan leiden.

Symptomen van schorsschade variëren, maar vaak zijn er zichtbare wonden, afschilferende of kale schors, verkleuring rondom de beschadiging en verkorte of afwijkende groeiringen. Bij ernstige schade kan milde tot matige groeistilstand optreden en kunnen ziektekiemen de cambiumlaag bereiken, met mogelijk doding van delen van de boom.

Behandeling en beheer richten zich op het beperken van verdere schade en het bevorderen van genezing. Verwijder losse schors langs de randen van de wond waar mogelijk, maak indien nodig schone, rechte sneden net buiten het beschadigde gebied en laat de wond natuurlijk genezen. Gebruik geen verf, lak of wondoorten die wonden afsluiten; dit kan vocht vastleggen en schimmelgroei bevorderen. Inspecteer regelmatig op tekenen van plagen of ziekte en behandel waar nodig volgens lokale aanbevelingen.

Preventie omvat bescherming tegen mechanische beschadiging, het beperken van knaaggedrag door dieren, en zorgen voor gezonde groei via voldoende water, voeding en geschikte standplaats. Bij jonge bomen kunnen beschermende beschermers of afstandsmaatregelen helpen om schorsschade te voorkomen.