Symptomen bestaan uit dreamgerelateerd gedrag tijdens de REM-slaap, vaak met duidelijke bewegingen en soms met agressieve of vechtgerichte acties. Patiënten herinneren doorgaans de droom vrij duidelijk, maar niet altijd de exacte acties die tijdens de nacht zijn uitgevoerd. Een zorgvuldige anamnese en mogelijk een slaapregistratie helpen bij het onderscheiden van RBD van andere parasomnia’s zoals slaapwandelen of nachtmerries.
Oorzaken en associaties: RBD kan idiopatisch voorkomen (zonder bekende oorzaak) of secundair zijn aan neurodegeneratieve aandoeningen zoals synucleinopathieën (bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson, 多systeem atrofie en lewy-lichaamsdementie). Medicatie zoals sommige antidepressiva kan RBD uitlokken of verergeren. Leeftijds- en geslachtsfactoren spelen ook een rol.
Diagnose: De diagnose is gebaseerd op klinische geschiedenis en beschrijving van nachtelijk gedrag. Polysomnography (slaaponderzoek) met meting van spiertonus kan REM-slaap zonder atonie aantonen, wat als bevestiging beschouwd wordt.
Behandeling en beheer: Veiligheidsmaatregelen in de slaapkamer zijn essentieel, zoals het verwijderen van scherpe voorwerpen en het plaatsen van extra beveiligingen. Melatonine is vaak de eerste keuze, meestal in doses van 3-12 mg voor het slapen gaan; clonazepam wordt soms gebruikt als alternatief. Behandeling van eventuele onderliggende aandoeningen en aanpassing van medicatie die RBD verergert kan nodig zijn. In sommige gevallen prediceert RBD de ontwikkeling van een neurodegeneratieve aandoening op lange termijn; daarom is regelmatige follow-up aanbevolen.