Home

dromen

Dromen is een Nederlands woord met twee hoofdbetekenissen. Als werkwoord betekent het het verschijnsel van dromen tijdens de slaap. Als zelfstandig naamwoord is 'dromen' het meervoud van 'droom' en verwijst het naar de beelden en gebeurtenissen die men tijdens de slaap meemaakt, maar ook naar verlangens en aspiraties.

Etymologie: Het woord is verwant aan het Duitse Traum en aan het Engelse dream. De wortel gaat

Grammatica: Het werkwoord 'dromen' wordt vervoegd als: ik droom, jij droomt, hij droomt; wij dromen, jullie dromen,

Gebruik: Voorbeelden: 'Ik droom vannacht van een vakantie' en 'Ze droomt van een betere toekomst.' In figuurlijke

Cultureel en wetenschappelijk: Dromen spelen een rol in literatuur en kunst, en in de psychologische theorieën

terug
op
Proto-Germaanse
stammen;
de
exacte
reconstructie
varieert,
maar
de
algemene
lijn
is
duidelijk:
een
gemeenschappelijke
Germaanse
basis
voor
de
concepten
van
slaapbeelden
en
aspiraties.
zij
dromen.
Verleden
tijd:
ik
droomde,
jij
droomde,
hij
droomde;
wij
droomden,
jullie
droomden,
zij
droomden.
Voltooid
deelwoord:
gedroomd.
Infinitief:
dromen.
Tegenwoordige
deelwoord:
dromend.
zin
wordt
'dromen'
gebruikt
in
uitdrukkingen
zoals
'een
droom
waarmaken'
of
'niet
kunnen
dromen
van
iets'.
In
combinatie
met
'van'
wordt
vaak
een
doel
of
onderwerp
van
de
droom
aangegeven.
over
dromen
(zoals
interpretatie
en
betekenis).
In
de
moderne
wetenschap
wordt
droomonderzoek
vaak
geassocieerd
met
REM-slaap
en
geheugenconsolidatie.