Plantenzellen
Plantenzellen zijn eukaryote cellen die de bouwstenen vormen van planten. Ze onderscheiden zich van dierlijke cellen door drie hoofdkenmerken: een celwand, chloroplasten en meestal een grote centrale vacuole. De celwand, voornamelijk van cellulose, geeft stevigheid, bepaalt de celvorm en biedt bescherming. Poriën en plasmodesmata in de wand maken transport en communicatie tussen aangrenzende cellen mogelijk.
Chloroplasten zijn plastiden waarin fotosynthese plaatsvindt. Ze bevatten chlorofyl en hebben thylakoïden en stroma; ze leveren
De centrale vacuole is meestal zeer groot en omgeven door een tonoplast. Ze slaat water en opgeloste
Plasmodesmata overbruggen de celwanden en vormen een symplastische route voor transport en signaaloverdracht. Plantencellen groeien en