NREMslaap

NREMslaap, of non-rapid eye movement slaap, is een van de belangrijkste onderdelen van de menselijke slaap. Het volgt op de waaktoestand en wordt gekenmerkt door dalende hersenactiviteit, verminderde alertheid en specifieke EEG-patronen. NREM-slaap bestaat uit drie fasen: N1, N2 en N3, waarbij N3 ook wel diepe slaap of slow-wave sleep wordt genoemd.

Fase N1 is de overgang van waken naar lichte slaap. De hersengolven verschuiven van alfa naar theta, en er kunnen hypnagogische verschijnselen optreden; ogen bewegen relatief traag. Fase N2 is een iets diepere slaapfase waarin de spijs-apparaatjes zoals slaapspindels en K-complexen op EEG verschijnen. De algemene responsiviteit blijft laag maar er ontstaan weinig tot geen snelle oogbewegingen. Fase N3 is de diepe slaapfase, gekenmerkt door hoge-amplitude delta-golven. In deze fase is wakker worden het moeilijkst en vindt er vaak fysiek herstel plaats.

Tijdens een nacht doorlopen volwassenen meerdere slaapcycli van ongeveer 90 tot 120 minuten. NREM-slaap is meestal prominenter in de eerste helft van de nacht; REM-slaap neemt toe in latere cycli. Fysiologisch dalen ademhaling en hartslag en wordt de stofwisseling verlaagd tijdens NREM. Steunend onderzoek suggereert dat diepe NREM-slaap en slaapspindels betrokken zijn bij geheugenconsolidatie en synaptische homeostase, terwijl REM-slaap medieert bij andere vormen van geheugenbinding en emotionele verwerking. Verstoring van NREM, bijvoorbeeld door slaapapneu ofInsomnie, kan leiden tot vermoeidheid en cognitieve klachten. Parasomniën zoals slaapwandelen en nachtelijke verschrikkingen komen vaak voor tijdens NREM, vooral in diepe slaap.