Home

MRIcontrastmiddelen

MRIcontrastmiddelen zijn stoffen die de beeldkwaliteit van MRI verbeteren doordat ze de relaxatie van watermoleculen in weefsels beïnvloeden. De meeste middelen zijn gadoliniumgebaseerde contrastmiddelen (GBCAs) die via een intraveneuze injectie worden toegediend. Er bestaan ook ijzeroxidehoudende deeltjes (SPIO/USPIO) en minder vaak manganesegebaseerde verbindingen. GBCAs komen voor in macrocyclische en lineaire structuren; macrocyclische verbindingen binden gadolinium sterker en hebben doorgaans een lager risico op gadoliniumretentie dan lineaire middelen.

Het werkingsmechanisme houdt in dat gadolinium de T1- en soms T2-relaxatietijden beïnvloedt, waardoor weefsels die het

Veiligheid en overwegingen: gadolinium kan in lichaam en hersenen achterblijven, wat bij sommige GBCAs tot aandacht

middel
opnemen
helderder
kunnen
tonen
op
T1-gewogen
beelden
of
juist
donkerder
op
T2-gewogen
beelden.
Dit
maakt
het
mogelijk
afwijkingen
zoals
tumoren,
ontstekingen,
bloedingen
en
vascularisatie
beter
te
beoordelen.
Toepassingen
omvatten
onder
meer
hersen-,
ruggenmerg-
en
zenuwbeeldvorming,
tumordetectie
en
-karakterisering,
vasculaire
imaging
en
lever-
of
lymfeklierstadiëring,
evenals
dynamische
contrastmiddelen
bij
perfusieonderzoek.
heeft
geleid
voor
gadoliniumretentie.
Bij
patiënten
met
ernstig
nierfalen
kan
het
risico
op
nefrogene
systemische
fibrose
toenemen;
daarom
wordt
vooraf
nierfunctie
beoordeeld
en
wordt
de
keuze
voor
macrocyclische
GBCAs
vaak
geadviseerd.
Bij
zwangeren
en
zuigelingen
geldt
extra
voorzichtigheid.
Bijwerkingen
zijn
meestal
mild
(gevoel
van
warmte,
misselijkheid)
maar
zeldzaam
ernstige
reacties
komen
voor.
Omzetting
naar
niet-contrastbeelden
of
aanvullende
sequences
kan
worden
overwogen
wanneer
mogelijk.