Kokosvezel

Kokosvezel, ook wel coir genoemd, is een natuurlijke vezel gewonnen uit de buitenste, vezelrijke schil van kokosnoten. De vezels ontstaan in de kokosnootschil en worden gescheiden in lange en korte vezels. Afhankelijk van rijpheid en verwerking wordt onderscheid gemaakt tussen bruine coir (van rijpe vruchten) en witte coir (van onrijpe vruchten), met verschillende kleur- en kwaliteitskenmerken.

De vezels worden na verwijdering van de kokosnoot gedroogd en verwerkt tot diverse producten. Veelvoorkomende toepassingen zijn doormatten, touwen, borstels en bekleding. In de tuinbouw wordt kokosvezel veel toegepast als groeimedium of substraat (coir), ook in geotextiel en als bodembedekker of decoratief materiaal. Daarnaast wordt coir gebruikt in matrassen, kussens en als vulling.

Eigenschappen: Kokosvezel is sterk en slijtvast, met een hoge treksterkte en goede veerkracht. De vezels bieden goede beluchting en vochtopname, waardoor ze geschikt zijn voor matten en substraten. Ze zijn biologisch afbreekbaar en hernieuwbaar en hebben natuurlijke weerstand tegen rot en schimmels. De vezels zijn relatief licht en hebben soms een isolerende werking, terwijl ze ook bestand zijn tegen zout water.

Productie en milieu: Kokosvezel is een bijproduct van de kokosnootindustrie en wordt wereldwijd geproduceerd, met grote producenten zoals India, Sri Lanka, Indonesië en de Filippijnen. De verwerking kent milieu- en arbeidsgerelateerde aandachtspunten, maar kokosvezel wordt door velen gezien als een milieuvriendelijker alternatief voor minder duurzame materialen zoals turf. De duurzaamheid van de toeleveringsketen hangt af van certificering en arbeidsomstandigheden.