Invoerwater

Invoerwater is de watervoorraad die een installatie, proces of systeem als input gebruikt. Het kan afkomstig zijn uit publieke drinkwater(-netten), grondwater, oppervlaktewater of uit eerder behandelde waterstromen. De kwaliteit van het invoerwater bepaalt mee hoe een installatie presteert, hoeveel onderhoud er nodig is en wat voor extra behandeling vereist is. De gewenste kwaliteit hangt af van de toepassing, zoals drinkwaterproductie, verwarmings- of koelsystemen, stoomopwekking of industriële productieprocessen.

Kwaliteitsvereisten en bronnen variëren per toepassing. Voor boilers en stoominstallaties geldt doorgaans een hoge zuiverheid om corrosie en kalkaanslag te beperken, terwijl koelwatertoepassingen vaak een andere samenstelling toelaten maar nog steeds gevoelig zijn voor biologische groei en schaalvorming. Belangrijke parameters zijn geleidbaarheid of totale opgeloste vaste deeltjes (TDS), hardheid, alkaliniteit, silicium, chloride- en sulfaatgehalte, pH, opgeloste zuurstof en microbiologische kwaliteit waar relevant. Onvoldoende of verkeerd behandeld invoerwater kan leiden tot kalkaanslag, corrosie, fouling of biologische groei.

Behandeling en kwaliteitsmanagement richten zich op het terugbrengen van ongewenste indicatoren voordat het water in het proces komt. Veelgebruikte stappen zijn filtratie en voorbehandeling, ontharding of demijnering, soms omgekeerde osmose, ontgassing of desinfectie en pH-aanpassing. Continue monitoring (bijvoorbeeld conductiviteit, pH en zuurstof) gecombineerd met periodieke analyses helpt bij tijdige aanpassingen en naleving van normen. Invoerwaterkwaliteit wordt beperkt door toepasselijke normen en специфieke procesvereisten.