Impregnatiebehandeld

Impregnatiebehandeld verwijst naar materialen, meestal hout, die een conserveermiddel hebben opgenomen via een impregnatieproces. Het doel is de weerstand tegen vocht, houtrot, schimmels en houtaantastende insecten te vergroten, zodat het materiaal langer meegaat in buitenomstandigheden of in contact met de grond.

Procesmatig wordt impregnatie doorgaans uitgevoerd door drukimpregnatie: het hout bevindt zich in een impregnatieroom waar eerst vacuüm wordt toegepast en daarna onder druk conserveermiddel in de houtvezels wordt gedreven. Er bestaan ook minder ingrijpende difussie- of oppervlaktebehandelingsmethoden. Afhankelijk van toepassing en risicoklasse worden verschillende conserveermiddelen gebruikt, variërend van traditionele koperverbindingen tot moderne watergedragen systemen. Historisch werd bijvoorbeeld koperchromiumarsenaat (CCA) toegepast; voor nieuwbouw zijn veel van deze oudere systemen vervangen door kopergebaseerde en andere milieuvriendelijkere alternatieven zoals koperazolen (CuAz/MCA) en ACQ.

Toepassingen en kenmerken: impregneerd hout is vooral gebruikelijk in buitenomgevingen, zoals schuttingen, tuinpalen, terrassen en gevelbekleding. De behandeling verhoogt de houdbaarheid en vermindert rot- en insectenschade, maar biedt geen absolute garantie tegen alle vormen van schade en kan invloed hebben op milieukwesties door leaching van conserveermiddelen. Regelgeving en normen governs het gebruik, de selectie van conserveermiddel en het onderhoud van impregneerde hout.

Onderhoud en veiligheid: impregneerd hout kan coatings nodig hebben voor extra bescherming en esthetiek. Bij zagen of boren kunnen emissies ontstaan; veiligheidsmaatregelen en afvoer van afval gelden volgens lokale regelgeving. Recycling en juiste verwijdering van verspilling volgen milieuvoorschriften.