Extrusietoevoer

Extrusietoevoer is het materiaal dat aan een extruder wordt toegevoerd om een continue productstroom te vormen. In de praktijk gaat het doorgaans om polymeren en aanverwante materialen, maar de term kan ook toegepast worden op rubber, voedingsmiddelen en metalen, afhankelijk van het toepassingsgebied. Het doel van de toevoer is een stabiele en reproduceerbare toevoer door de schroef en de smeltzone, zodat de extrusieprocessen voorspelbaar blijven.

Het toevoersysteem bestaat uit een hopper (toevoerbak), eventueel een transport- of doseringsmechanisme en een doseringsregelaar. Dosering kan volumetrisch of gravimetrisch zijn; gravimetrische voeders meten de massa van het materiaal en compenseren voor variaties in dichtheid en vocht. De keuze hangt af van materiaal en proces en kan meerdere bronnen combineren (grondstoffen, additieven, gerecyclede materialen).

Belangrijke materiaaleigenschappen zijn deeltjesgrootte en -verdeling, vochtgehalte, bulkdichtheid en vloeiendheid. Hygroscopische polymeren, zoals PET en PA, vereisen meestal droging voor consistente verwerking. Regrind en masterbatch kunnen als toevoegingen dienen, maar een hoog aandeel kan de meltviscositeit en menging beïnvloeden.

Kwaliteitscontrole richt zich op de stabiliteit van de toevoer, vochtgehalte, contaminatie en kleur, en op eventuele stofvorming of verstopping in de hopper. Problemen zoals bridging of rat-holing kunnen leiden tot schommelingen in de extrusiesnelheid en productkwaliteit. Goed onderhoud, juiste afstelling van de dosering en schone opslag dragen bij aan een stabiele extrusie.

Opslag en logistiek vereisen droge, schone opslagomstandigheden en passende maatregelen tegen stof en statische lading om de integriteit van de extrusietoevoer te behouden.