Home

Dublinsysteem

Het Dublinsysteem, ook wel Dublin-systeem genoemd, is het Europese kader voor het bepalen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor het behandelen van een asielverzoek van een iemand die in de Europese Unie een aanvraag doet. Het doel is dat elke asielaanvraag in één lidstaat wordt onderzocht en voorkomen wordt dat dezelfde persoon in meerdere lidstaten gelijktijdig een procedure doorloopt.

Historisch gezien vindt het systeem zijn oorsprong in de Dublin-conventie van 1990, gevolgd door de zogenoemde

Werking en criteria: de verantwoordelijke lidstaat wordt bepaald aan de hand van criteria zoals familiebanden met

Kritiek en impact: het systeem wordt vaak bekritiseerd vanwege de druk op grenslanden, lange wachttijden en

Dublin
II-
en
Dublin
III-regelingen.
De
huidige
regelgeving
is
het
Dublin-reglement
(EU)
604/2013,
dat
later
is
aangevuld
door
voorstellen
tot
hervorming
(ook
wel
aangeduid
als
Dublin
IV)
in
het
kader
van
bredere
migratie-
en
asielpakketten.
In
de
praktijk
bepaalt
de
regelgeving
wie
verantwoordelijk
is
voor
de
beoordeling
van
een
asielverzoek
en
welke
lidstaat
verantwoordelijk
blijft
bij
overdrachten.
inwoners
of
statushouders
in
een
lidstaat,
de
eerste
EU-lidstaat
die
de
persoon
is
binnengekomen,
en
eerdere
asiel-
of
verblijfssituaties
in
andere
lidstaten.
Het
systeem
maakt
daarbij
gebruik
van
de
Eurodac-databank
met
vingerafdrukgegevens
om
de
eerste
toegang
tot
de
EU
vast
te
stellen.
Als
een
lidstaat
als
verantwoordelijke
wordt
aangewezen,
kan
de
persoon
worden
doorverwezen
en
moet
de
procedure
daar
worden
afgerond,
conform
EU-
en
nationale
rechtsbescherming.
het
risico
op
verwijzingen
naar
landen
met
weaker
protection-standaarden.Ook
wordt
bezorgd
geuit
over
individuele
rechten
en
het
risico
op
oneerlijke
overdrachten.
Voorstanders
zien
het
als
een
instrument
tegen
“asielshopping”
en
duplicatie
van
procedures.
Het
Dublin-systeem
blijft
een
centraal,
maar
omstreden
element
van
het
Europese
asielbeleid.