Home

Betekeniskaders

Betekeniskaders zijn theoretische constructies in de cognitieve linguïstiek die beschrijven hoe mensen betekenissen van woorden en zinnen structureren. Een kader bevat de verwachtingen over wie er betrokken is bij een gebeurtenis, welke rollen zij vervullen en welke middelen of doelen een handeling heeft. Zo kunnen verschillende woorden dezelfde gebeurtenissituatie oproepen en expliciet maken welke deelnemers in die situatie een rol spelen.

De oorsprong ligt in frame semantics, vooral ontwikkeld door de Amerikaanse linguist Charles J. Fillmore. In

Structuur en kenmerken: een betekenisveld kent slots of rollen (bijvoorbeeld Agent, Doel, Patiënt, Instrument, Bron) die

Voorbeelden: het werkwoord verkopen roept een commerce-kader op met Verkoper (Agent), Koper (Beneficiary), Goederen (Patiënt), Geld

Toepassingen: in lexicografie en taalonderwijs voor woorddefinities en lesmateriaal, en in natuurlijke taalverwerking voor semantische parsing,

deze
benadering
worden
betekenissen
niet
gezien
als
losse
definities,
maar
als
relaties
binnen
een
bekend
kader.
Kaders
kunnen
cultuur-
en
taalafhankelijk
variëren
en
worden
door
taalgebruikers
actief
opgehaald
op
basis
van
context.
In
meerdere
talen
bestaan
vergelijkbare
kaders,
die
vaak
vertaald
en
aangepast
worden.
door
een
woord
of
uitdrukking
worden
ingevuld.
Taken,
causale
relaties
en
tijdsvolgorde
kunnen
als
constraints
binnen
het
kader
voorkomen.
Veel
kaders
zijn
abstract
maar
kunnen
concreet
invulling
krijgen
in
specifieke
zinnen
of
teksten.
(Prijs).
Het
werkwoord
geven
roept
een
geef-kader
op
met
Gever
(Agent),
Ontvanger
(Ontvanger),
Voorwerp
(Patiënt)
en
Doel
of
Intentie.
informatie-extractie
en
framing.
Kritiekpunten
betreffen
variatie
tussen
talen,
overvloed
aan
kaders
en
de
complexiteit
van
crosslinguale
alignering.
See
also
frame
semantics,
lexical
semantics,
cognitive
linguistics.