roept

Roept is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord roepen, wat betekenen heeft als ‘to call out’ of ‘to shout’. Het infinitief van de familie is roepen. In de tegenwoordige tijd vervoegd het als: ik roep, jij roept, hij/zij/het roept, wij roepen, jullie roepen, zij roepen. De verleden tijd is: ik riep, jij riep, hij riep, wij riepen, jullie riepen, zij riepen. Het participium is geroepen, en in de voltooide tijd gaat het samen met hebben: ik heb geroepen.

Roept wordt gebruikt wanneer iemand of iets zijn stem of boodschap uitdrukt om aandacht te trekken, te waarschuwen, te vragen of op te roepen tot handelen. Het kan zowel letterlijk betekenen (schreeuwen) als figuurlijk (een publiek aanspreken of iemand oproepen iets te doen). In geschreven en gesproken taal verschijnt het regelmatig in nieuwsberichten, toneelteksten en alledaagse communicatie.

Voorbeelden: Hij roept om hulp. De luidspreker roept de menigte op om stil te zijn. In zinnen met een onderwerp in de derde persoon enkelvoud verschijnt altijd de -t-eindiging: hij roept, zij roept, het roept.

Zie ook: roepen (infinitief en hoofdlemma), geroepen (participle). Roept is een standaard vervoegingsvorm en komt veelvuldig voor in zowel informele als formele contexten.