Home

Antiphospholipidensyndroom

Antiphospholipidensyndroom, afgekort APS, is een autoimmune aandoening die zich uit in herhaalde trombose en/of complicaties bij de zwangerschap in aanwezigheid van antiphospholipid-antilichamen in het bloed. De aangeboren verhoogde trombosekans wordt veroorzaakt door antilichamen tegen fosfolipidebindende eiwitten, waardoor factoren van de bloedstolling worden geactiveerd en het endothelium en de placentatie worden aangetast.

De klinische kenmerken bestaan uit twee grote categorieën: trombose en zwangerschapslast. Trombose kan zowel in aderen

Laboratoriumcriteria omvatten aanwezigheid van lupus anticoagulans, anticardiolipine-antilichamen (IgG of IgM in middel- tot hoge-titre), en/of anti-β2-glycoproteïne

Behandeling richt zich op het voorkomen van trombose. Voor een reeds opgetreden trombose is langdurige antistolling

als
slagaders
optreden,
bijvoorbeeld
diepe
veneuze
trombose,
longembolie
of
arteriële
beroerte.
Bij
zwangerschap
kunnen
complicaties
zoals
een
ongewenste
zwangerschap,
vroeggeboorte
wegens
placentale
insufficiëntie
of
preeclampsie
voorkomen.
Volgens
de
klassieke
criteria
wordt
APS
vastgesteld
wanneer
klinische
criteria
(trombose
of
zwangerschapslast)
samen
met
laboratoriumcriteria
(aPL-tests)
aanwezig
zijn
en
herhaaldelijk
bevestigd
zijn
na
ten
minste
12
weken.
I-antilichamen
(IgG
of
IgM)
op
twee
meetmomenten
minstens
12
weken
uit
elkaar.
APS
kan
primair
voorkomen
(geen
andere
autoimmune
ziekte)
of
secundair
zijn
aan
aandoeningen
zoals
systemische
lupus
erythematodes.
meestal
met
vitamine
K-antagonisten
(warfarine),
doel-INR
ongeveer
2-3
(voor
arteriële
trombose
kan
een
hogere
INR
worden
overwogen).
Tijdens
de
zwangerschap
wordt
vaak
lage
dosis
aspirine
gecombineerd
met
laag-moleculair
gewicht
heparine
toegepast.
Directe
anticoagulantia
(DOAC’s)
worden
over
het
algemeen
niet
aanbevolen
bij
APS
met
thrombotische
voorgeschiedenis.
De
prognose
varieert
afhankelijk
van
klinische
manifestaties
en
respons
op
behandeling,
maar
tijdige
diagnose
en
preventieve
therapie
verminderen
het
risico
op
recidieven.