Home

AVkleppen

AVkleppen, ofte aangeduid als atrioventriculaire kleppen, zijn de kleppen tussen de boezems (atria) en kamers (ventrikels) van het hart. In elke helft van het hart bevindt zich een AVklep: de mitralisklep aan de linkerkant tussen linkerboezem en linkerkamer, en de tricuspidalisklep aan de rechterkant tussen rechterboezem en rechterkamer. Samen zorgen ze voor een eenrichtingstroom van bloed tijdens de hartcyclus.

Structuur en mechanisme

Elk van de AVkleppen heeft een fibrose annulus en uitklappende bladlagen (leaflets): de mitralisklep heeft twee

Functie

Tijdens diastole openen de AVkleppen om bloed van de boezems naar de kamers te laten vloeien. Bij

Pathologie en klinische implicaties

AVkleppen kunnen stenose of insufficiëntie vertonen. Rheumatische aandoeningen, degeneratieve veranderingen, calcificatie en infectieuze endocarditis zijn bekende

Ontwikkeling en classificatie

Embryologisch ontstaan AVkleppen uit endocardiale sponsen en drukken zich uit in de succesvolle scheiding van boezems

bladlagen
(anterieur
en
posterieur),
de
tricuspidalisklep
heeft
drie
bladlagen
(anterior,
posterior
en
septaal).
De
bladlagen
zijn
verbonden
met
peescapsels,
de
chordae
tendineae,
die
op
hun
beurt
vastzitten
aan
papillaire
spieren
in
de
ventrikels.
Deze
structuur
voorkomt
dat
de
kleppen
tijdens
de
samentrekking
van
de
ventrikels
in
de
boezems
terugklappen
(prolaps)
wanneer
de
druk
in
de
ventrikels
stijgt.
systole
sluiten
ze
om
terugstroom
naar
de
boezems
te
voorkomen.
De
samenwerking
tussen
de
kleppen,
de
chordae
en
de
papillaire
spieren
zorgt
voor
een
efficiënte,
eenzijdige
bloedstroom.
oorzaken.
Symptomen,
indien
aanwezig,
zijn
onder
meer
kortademigheid,
vermoeidheid
en
oedeem
door
verminderde
ontstroom.
Diagnostiek
gebeurt
meestal
met
echocardiografie
en
klinisch
onderzoek;
behandeling
varieert
van
farmacologische
symptomatische
therapie
tot
chirurgische
klepreparatie
of
vervanging,
en
in
sommige
gevallen
transcatheterische
opties.
en
kamers.
Ze
vormen
samen
met
de
semilunaire
kleppen
een
integraal
onderdeel
van
het
hartklepsysteem
dat
de
bloedstroom
reguleert.