weegt

Weegt is een vervoeging van het Nederlandse werkwoord wegen, dat betekenissen omvat: het vaststellen van het gewicht van een object en, figuurlijk, iets afwegen of overwegen. In de tegenwoordige tijd is weegt de derde persoon enkelvoud: hij weegt, zij weegt.

De infinitief is wegen. De stam voor de tegenwoordige tijd is weeg-. Naast ik weeg en hij/zij/het weegt geef je in meervoud: wij wegen, jullie wegen, zij wegen. De imperfectum (verleden tijd) is: ik woog, jij woog, hij woog; wij wogen, jullie wogen, zij wogen. Het voltooid deelwoord is gewogen, en de voltooide tijd wordt gevormd met hebben gewogen, bijvoorbeeld: Hij heeft het bier gewogen.

Weegt wordt meestal gebruikt bij het bepalen van gewicht in kilo's of grammen, bijvoorbeeld: De doos weegt vijf kilo. Een andere betekenis komt vaak voor in combinatie met weegschaal of weeginstrument, bijvoorbeeld: De munt weegt weinig, maar de weegschaal geeft de juiste waarde aan. Daarnaast heeft het werkwoord ook een figuurlijke betekenis in uitdrukkingen als afwegen, hoewel afwegen als zelfstandig werkwoord vaak apart voorkomt: men weegt de voor- en nadelen tegen elkaar af.

Etymologie: het Nederlandse wegen is verwant aan het Duitse wiegen en het Engelse weigh, en komt voort uit een gemeenschappelijke Germaanse wortel die betrekking heeft op gewicht of dragen. Het woord weegschaal, waarin het wortelwoord weeg verschijnt, verwijst rechtstreeks naar het meetinstrument dat gewicht bepaalt.

Samengevat is weegt de 3e pers enkelvoud van wegen, een onregelmatig werkwoord met vormen zoals ik weeg, jij/weegt, wij wegen, en gewogen als voltooid deelwoord.