Home

voorbijgegaan

Voorbijgegaan is de verleden deelwoord van het Nederlandse werkwoord voorbijgaan. Het betekent letterlijk ‘voorbij zijn gegaan’ of ‘zijn voorbijgegaan’, en wordt gebruikt om aan te geven dat iets voorbij is of is voorbijgegaan in de tijd of in beweging. Het kan zowel als werkwoordsvorm in samengestelde tijden voorkomen als als bijvoeglijk naamwoord, afhankelijk van de context.

Grammaticaal gezien gaat voorbijgegaan meestal samen met zijn of hebben, afhankelijk van de betekenis. Als het

Etymologisch komt het woord van voorbije (voorbij) en gaan (gaan). Het behoort tot een groep samengestelde werkwoorden

Gebruik en nuances: voorbijgegaan verwijst naar iets wat reeds heeft plaatsgevonden of voorbij is, maar kan

Zie ook: voorbij, voorbijgaan, verstrijken, verstreken.

gaat
om
een
gebeurtenis
of
tijd
die
voorbij
is
gegaan,
is
zijn
vaak
geschikt:
de
tijd
is
voorbijgegaan,
de
trein
is
voorbijgegaan.
In
andere
gevallen
kan
het
als
bijvoeglijk
naamwoord
voorkomen
in
uitdrukkingen
zoals
het
voorbijgegaan
weekend
of
het
voorbijgegaan
jaar,
vooral
in
formele
of
literaire
stijl.
In
alledaags
taalgebruik
heeft
men
vaker
de
voorkeur
voor
synoniemen
als
verstrikt,
verstrijkt
of
verstreken
wanneer
men
elapsed
time
bedoelt.
die
in
verschillende
contexten
kunnen
fungeren
als
werkwoordelijk
deelwoord
(tijd
van
handelen)
of
als
bijvoeglijk
deelwoord
(kenmerk
van
een
zelfstandignaamwoord).
ook
een
beweging
betekenen
die
langs
iets
heeft
plaatsgevonden
(iets
dat
voorbij
is
gegaan).
In
vertalingen
naar
het
Engels
wordt
vaak
vertaald
met
"has
passed"
of
"gone
by,"
afhankelijk
van
de
context.