Home

voorbije

Voorbije is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat een periode al voorbij is, met de nadruk op wat net is verlopen. Het wordt meestal gebruikt voor de meest recente verleden, in combinatie met een zelfstandig naamwoord zoals week, maand of jaar. Voorbeelden zijn de voorbije week, het voorbije jaar en de voorbije dagen.

Etymologie en morfologie: voorbije is afgeleid van het woord bij, in combinatie met voorbij, en krijgt in

Gebruik en nuance: voorbije heeft een formelere of literaire bijklank dan sommige synoniemen. Die nuance verschuift

Relaties: synoniemen zijn afgelopen, vorige en voorgaande; antoniem is komende. In regio’s wisselt de frequentie; in

Samenvatting: voorbije markeert een recent voorbijgelegen periode en wordt vooral gebruikt in formele of geschreven taal,

combinatie
met
het
bepaalde
lidwoord
of
in
meervoud
de
toon
van
een
-e
eindigende
vorm:
de
voorbije
week,
de
voorbije
maanden,
het
voorbije
jaar.
De
-e-formatie
komt
overeen
met
de
gebruikelijke
regels
voor
adjektieven
na
een
bepaald
lidwoord
of
in
het
meervoud.
soms
ten
gunste
van
afgelopen
of
vorige.
Afgesproken
verstandsh
beide:
afgelopen
wordt
vaker
in
spreektaal
gebruikt,
terwijl
voorbije
vooral
in
geschreven
tekst
en
formele
contexten
verschijnt.
Voorgaande
en
vorige
verwijzen
ook
naar
het
verleden,
maar
hebben
subtiele
verschillen
in
betekenis:
voorgaande
wijst
naar
wat
eraan
voorafging,
terwijl
vorige
vaak
het
direct
voorafgaande
aanduidt;
voorbije
legt
meer
nadruk
op
het
recente
verleden.
Vlaanderen
en
Nederland
komt
voorbije
breed
voor
in
formele
of
geschreven
taal,
terwijl
afgelopen
en
vorige
in
alledaagse
spraak
vaker
voorkomen.
meestal
met
woorden
als
week,
maand
of
jaar.
Het
is
een
gangbare
maar
iets
formelere
variant
naast
afgelopen
of
vorige.