voedingsvezel
Voedingsvezel is een verzamelnaam voor de plantaardige koolhydraatfractie die bij mensen niet of nauwelijks wordt verteerd in de dunne darm. Ze komt vooral voor in volle granen, fruit, groenten, peulvruchten en zaden. Vezels kunnen worden onderverdeeld in oplosbare en onoplosbare vezels. Oplosbare vezels lossen op in water en vormen een gelachtige stof; ze worden afgebroken door darmbacteriën tot korte-keten vetzuren die gunstig kunnen zijn voor de cholesterol- en glucosehuishouding. Voorbeelden zijn pectine (fruit en groenten), beta-glucaan (in haver en gerst) en inuline (uit cichorei en sommige groenten).
Onoplosbare vezels lossen niet op in water, verhogen het volume van de stoelgang en bevorderen een regelmatige
Gezondheidsvoordelen: een voldoende vezelinname ondersteunt een regelmatige stoelgang en kan constipatie voorkomen. Daarnaast is vezelinname geassocieerd
Aanbevolen hoeveelheid: richtlijnen verschillen, maar een gangbaar doel voor volwassenen ligt rond 25-30 gram per dag.