versloegen

Versloegen is de eenvoudige verleden tijd (onvoltooid verleden tijd) van het Nederlandse werkwoord verslaan, wat betekenen beat of verslaan in competitie, sport, of conflict. De vorm versloegen wordt gebruikt bij meervoudige onderwerpen: wij versloegen de tegenstander; zij versloegen de kampioen. De tegenwoordige verleden tijd voor enkelvoud is versloeg (hij versloeg, zij versloeg). Het infinitief is verslaan en het voltooid deelwoord is verslagen, gebruikt met hebben om de voltooide tijd te vormen: wij hebben de tegenstander verslagen.

Etymologie en betekenisnuances: verslaan is afgeleid van ver- (voor- of volledig) en slaan (slaan of raken). De combinatie duidt op het te lijf slaan en daarmee overwinnen of vernietigen in een strijd of competitie. In figuurlijke zin kan verslaan betekenen het overwonnen raken van een obstakel of uitdaging, hoewel overwinnen of overtreffen vaker wordt gebruikt in die context.

Gebruik en betekenisgebied: het werkwoord komt veel voor in sportjournalistiek, politieke contexten, en militaire of strategische beschrijvingen. Het kan ook figuurlijk worden toegepast, bijvoorbeeld “een obstakel verslaan” of “een tegenstander verslaan.” Het is mogelijk dat versloegen in sommige zinswendingen preciezer of formeler klinkt dan verslaan in de tegenwoordige tijd.

verwarring met verslagen: let op dat verslagen ook als zelfstandig naamwoord kan voorkomen, bijv. "de verslagen van de vergadering" (meervoud van verslag). Daarnaast kan verslagen ook het voltooid deelwoord betekenen in combinatie met hebben, wat verwijst naar een behaalde overwinning.

Voorbeelden: Het team versloeg de bezoekers met 3-1. De legers versloegen de vijand. Zij hebben de tegenstander verslagen.