verslaan

Verslaan is een Nederlands werkwoord met meerdere verwante betekenissen. De belangrijkste betekenis is 'iemand of iets verslaan, neerhalen of overwinnen', meestal in sport, oorlog of competitie. Voorbeelden zijn: De kampioen versloeg zijn tegenstander. In de voltooide tijd klinkt het als verslagen: De tegenstander was verslagen. Het bijvoeglijk gebruik komt ook voor: de verslagen tegenstander lag op het veld, oftewel de tegenstander was overwonnen. Een andere veelgebruikte vorm is het participium verslagen, dat ook als bijvoeglijk naamwoord kan optreden.

Een tweede belangrijkste betekenis is binnen de journalistiek: iemands onderwerp of beat in de media volgen en rapporteren over gebeurtenissen ervan. In die context gebruikt men het werkwoord in de zin van 'een onderwerp verslaan'. Voorbeelden: De verslaggever verslaat sportwedstrijden; De redactie verslaat het politieke nieuws. Wie een beat heeft, wordt wel een 'verslaggever' of 'beatreporter' genoemd.

Etymologisch gezien is verslaan opgebouwd uit het voorvoegsel ver- en slaan, wat oorspronkelijk 'slaan' (to strike) met een toevoeging duidt en de overgang naar 'overwinnen' of 'neerhalen' aanduidt. Verlies en nederlaag worden met verslagen of verslagenheid uitgedrukt, afhankelijk van grammaticavereiste.

Verstaanbare verwarring ontstaat vaak met verwante woorden zoals verslag (een rapport) en verslagen (meervoud van verslag) die een andere betekenis hebben. Verslaan blijft dus een werkwoord met de kernbetekenis 'overwinnen' en een speciale, vaak beroepsgerichte betekenis in de journalistiek als 'een onderwerp verslaan'.