Home

socialenetwerktheorie

Socialenetwerktheorie is een verzamelnaam voor theorieën en analysemethoden die de relaties tussen sociale actoren en de structuur van sociale netwerken bestuderen. Een netwerk bestaat uit knopen (actoren zoals mensen, organisaties of groepen) en verbindingen (relaties zoals vriendschap, samenwerking of communicatie). Deze theorie onderzoekt hoe de netwerkstructuur het gedrag, de informatieflow en de kansen van actoren beïnvloedt.

Belangrijke concepten zijn centraliteit (graad, betweenness en nabijheid), de densiteit van het netwerk, clustering en transitiviteit,

Methodologisch maken onderzoekers gebruik van netwerkgrafen, grafentheorie en statistische modellen voor netwerkdata, zoals adjacency matrices, sociogrammen

Historisch gezien heeft socialenetwerktheorie wortels in de sociologie van de naoorlogse periode, met vroege bijdragen zoals

Toepassingen omvatten sociaal kapitaal, diffusie van innovaties en informatie, publiek gezondheid, organisatorische analyse en beleidsvorming. Beperkingen

en
het
bestaan
van
subgroepen
of
gemeenschappen.
Modellen
onderscheiden
ook
small-world-netwerken
met
korte
padlengtes
en
hoge
clustering,
en
schaalvrije
netwerken
waarin
enkele
knopen
een
dominante
positie
innemen.
en
simulaties.
Het
werk
van
Granovetter
benadrukte
de
sterkte
van
zwakke
bindingen
voor
informatieverspreiding,
terwijl
Barabási
en
Albert
het
idee
van
schaalvrije
netwerken
introduceerden.
Burt
beschrijft
structural
holes
als
kansen
die
ontstaan
wanneer
brokers
tussen
groepen
bemiddelen.
Jacob
Moreno.
In
latere
decennia
leverden
onder
anderen
Mark
Granovetter,
Linton
Freeman
en
Stanley
Wasserman
belangrijke
bijdragen
aan
theorie
en
methoden.
omvatten
uitdagingen
bij
data-acquisitie
en
-kwaliteit,
representativiteit
en
de
dynamische
aard
van
netwerken,
waarvoor
longitudinale
ontwerpen
of
dynamische
modellen
nodig
zijn.