Home

schildklierhormoon

Schildklierhormoon verwijst naar hormonen geproduceerd door de schildklier: thyroxine (T4) en triiodothyronine (T3). De schildklier geeft vooral T4 af; in perifere weefsels wordt T4 omgezet in T3, de meer actieve vorm. Een groot deel van deze hormonen circuleert gebonden aan transporteiwitten, met name thyroxine-bindend globuline (TBG) en albumine; een kleiner deel is vrij en biologisch actief.

De productie en afgifte worden geregeld via de hypothalamus-hypofyse-as: TRH stimuleert de hypofyse tot afgifte van

Belangrijke functies zijn onder meer het beheer van de basale stofwisseling, thermogenese, groei en ontwikkeling van

Tekorten (hypothyreoïdie) leiden tot vermoeidheid, gewichtstoename, koude-intolerantie en vertraagde stofwisseling; oorzaken zijn onder andere auto-immuun Hashimoto-thyreoïditis

Diagnostiek omvat metingen van TSH en vrije T4 (en soms vrije T3) en antistoffen zoals anti-TPO. Behandeling

TSH,
wat
de
schildklier
prikkelt
tot
afgifte
van
T4
en
T3.
Een
negatieve
terugkoppeling
van
T4/T3
naar
de
hypothalamus
en
hypofyse
regelt
dit
systeem.
weefsels,
en
de
hartfunctie.
Een
adequate
T3-stap
is
cruciaal
voor
hersenontwikkeling
bij
foetussen
en
jonge
kinderen;
een
voldoende
jodiuminname
is
daarvoor
essentieel.
en
jodiumdeficiëntie.
Overtollige
schildklierhormonen
(hyperthyreoïdie)
veroorzaken
gewichtsverlies,
nervositeit,
warmtegevoel
en
snelle
hartslag;
veelvoorkomende
oorzaken
zijn
de
ziekte
van
Graves
en
toxische
nodusstruma.
bij
hypothyreoïdie
is
meestal
vervangende
therapie
met
levothyroxine.
Hyperthyreoïdie
kan
worden
behandeld
met
antithyroidemedicijnen,
radioactief
jodium
of
chirurgie,
afhankelijk
van
de
oorzaak
en
de
patiënt.