Home

schaduwen

Schaduwen ontstaan wanneer een object het licht blokkeert en zo een gebied achter het object onthoudt waar minder of geen licht valt. Een schaduw ontstaat alleen bij een lichtbron die richting geeft, en verdwijnt als de lichtbron ontbreekt of het object geen licht meer blokkeert. De rand van een schaduw wordt bepaald door de vorm van het object en de grootte en afstand van de lichtbron.

Er bestaan verschillende soorten schaduwen. De volledige schaduw, of umbra, is het gebied waar geen enkel lichtpunt

In de astronomie spelen schaduwen een belangrijke rol bij verduisteringen. De zonsonderdrukte schaduw die de maan

In kunst, fotografie en ontwerp wordt met schaduw gewerkt om diepte, contrast en ruimtelijkheid te suggereren.

bereikt;
de
gedeeltelijke
schaduw,
of
penumbra,
ontvangt
wel
licht
maar
in
mindere
mate.
Tussen
deze
gebieden
kan
een
overgang
ontstaan.
De
vorm
en
grootte
van
een
schaduw
hangen
af
van
de
hoek
en
grootte
van
de
lichtbron
en
van
de
afstand
tussen
lichtbron,
voorwerp
en
oppervlak
waarop
de
schaduw
valt.
Bij
een
groot
of
dichtbij
licht
kan
de
schaduw
diffuus
en
zacht
zijn,
terwijl
een
klein
of
ver
verwijderd
licht
scherpe
randen
geeft.
op
aarde
werpt
produces
tijdens
een
zonneverduistering
een
umbra
of
penumbra,
afhankelijk
van
de
alineering.
Omgekeerd
werpt
de
aarde
haar
schaduw
op
de
maan
tijdens
een
maansverduistering.
Schaduwen
helpen
dan
ook
bij
het
modelleren
van
bewegingen
en
ruimtelijke
verhoudingen
in
waarnemingen
van
hemellichamen.
In
digitale
beeldvorming
en
computergraphics
spelen
schaduwen
een
cruciale
rol
bij
realistische
weergave,
waaronder
technieken
als
shadow
mapping
en
globale
verlichting.
Schaduwen
vormen
zo
een
fundamenteel
begrip
voor
zowel
natuurkundige
optica
als
creatieve
expressie.